|
Lieve Vrouwe- of Albadaleen
|
Anno 1543
|
- De Albadalegende
-
Voor circa het jaar 1500 waren er in verschillende dorpen in
Friesland meer of minder gerelateerde families met de naam Albada.
Waarschijnlijk omdat het aanzien van deze naam nadien begon
te dalen, mogelijk door een doodslag door een Albada op een
rechtdag in Bolsward, is geprobeerd door latere naamdragers
een voornamere voorstelling van de historie te geven, overigens
niet ongebruikelijk voor die tijd.
Dit heeft geleid tot de zogenaamde Albadalegende, inhoudende
dat alle Albada's zouden afstammen van adellijke Hollandse graven.
In de geneologie van de Friese Adel van Upcke van Burmania
(overleden 1615) wordt een beschrijving van de Albada familie
gegeven, helaas gebaseerd op hoogst onbetrouwbare historische
geschriften. Pibo van Albada (zie pagina historie) bouwt de
legende verder uit met o.a. een vervalste oorkonde aangaande
Albadawapens. In de 19e eeuw worden al deze bronnen door
Jhr. Montanus de Haan Hettema, die zelf een moeder Van Albada
had, gebruikt voor de "genealogieën Albada van Goënga en
Albada van Poppingawier" in zijn stamboek. Hij voegde nog eigen
verzinsels toe en kon daardoor de meeste Albada's in één genealogisch
verband plaatsen.
Betreffende de Albada's is dus weinig zeker. Bekend is wel
dat rond 1380 er een zeker Sicke (of Sicco) Albada woonde
in Goënga misschien op de daar bekende Albadastate. Hij was
een vooraanstaand persoon en hoofdeling. Twee generaties later
komen er weer Albada's voor in Goënga. Ook is er een Doite Albada
bekend als hoofdeling in Irnsum en hij heeft bezit op Abbenwier
en wordt tevens met de naam Abbema vermeld. Hoe toevallig kan het
zijn dat nu het Leensland weer terecht is gekomen in juist dit
buurtschap Abbenwier. Een onmiskenbare historische bron is
de grafzerk van Lieuwe Hettes van Albada in Poppenwier waarvan
een aantal zaken zijn af te leiden.
- Heraldiek
-
Hieronder links is de grafzerk afgebeeld. De zerk is helaas nogal
beschadigd en verweerd. In het centrale deel zijn de gecombineerde
wapens (het zogenaamde alliantiewapen)
van Lieuwe Hettes van Albada en zijn vrouw Frouck Roorda
afgebeeld, het wapen van de man op een schild (links) en van de vrouw
in een ruit (rechts). Boven de twee wapens bevindt zich het
helmteken, helmkleed en de helm. In de vier hoeken van de zerk
staan de kwartierwapens.
Dit zijn gewoonlijk de wapens van de grootouders van de man,
die van zijn ouders zijn niet nodig omdat een man het wapen van zijn
vader erft en de vrouw het wapen van haar vader. Overigens ging men
in die tijd redelijk creatief met dit gebruik om. Als er bijvoorbeeld
geen wapen van een grootouder voorhanden was dan kon ook een wapen
van een overgrootouder of rijke tante worden afgebeeld. Het zal duidelijk zijn dat
het kwartierwapen linksonder er niet meer is. Hier is ooit een paal van de
kerkbanken doorheen geslagen; Domine, eis dimitte hoc peccatum.
Heraldisch tekenaar Piet Bultsma heeft onder andere deze zerk gebruikt
als bron om het wapen van Lieuwe Hettes te reconstrueren. Dit wapen is afgebeeld
hierboven rechts.
Het schild is gedeeld, links de Friese halve adelaar en rechts in rood
twee zilveren goud geknopte rozen en een gouden lelie, geplaatst 2-1.
Boven het schild een gekroonde helm met als helmteken een zilveren
uitkomende adelaar met aan zijn rechter zijde
een rode vleugel beladen met een zilveren
goud geknopte roos en links een blauwe vleugel beladen met een
gouden lelie. Het helmkleed is rood, gevoerd met wit.
Al deze attributen zijn met enige moeite te herkennen op de zerk.
De roos op de zerk lijkt meer op een boterbloem maar de afbeelding van
een dergelijke heraldische roos is sterk afhankelijk van de fantasie
van de tekenaar, van de beitelaar en van mode in zekere tijden.
Enige andere Albada wapens die voorkomen:
In totaal zijn er wel een twintigtal Albadawapens bekend, voornamelijk
een variatie op de voorstellingen die hierboven in de wapenschilden staan.
Vbnb, vlnr genummerd 1 t/m 8 zijn de volgende helmtekens en affiliaties
aan deze wapens beschreven:
1. helmteken: een zilveren eenhoorn, gesikt
en gehoefd van goud, affiliatie: Albada van Goënga/Irnsum/Poppenwier
2. helmteken: roos, affiliatie: Albada van Heslinga
3. helmteken: een rood hert, affiliatie: Albada van Sneek
4. helmteken: een zwarte adelaarskop, affiliatie: Albada van Wijburg
5. helmteken: een zwarte adelaarskop, affiliatie: Albada van Sythiema
6. helmteken: een zilveren hond(?) met een rood lint om de hals, affiliatie:
Albada van Burgwert
7. ?
8. affiliatie: Albada van Terkaple
Ontleend o.a. aan: Abraham Ferwerda, "Adelijk en aanzienlijk wapen-boek
van de zeven Provinciën", Leeuwarden 1760 en aan: "Bybliografyske fynplakken"
van de Fryske Rie foar Heraldyk, zie
ook de
heraldische databank van het centraal bureau voor Genealogie. De beschrijvingen
zijn niet altijd gelijkluidend en kunnen soms gebaseerd zijn op fantasie
en verzinsel.
Ten behoeve van een nadere verklaring van de plaatjes op de zerk
staat hieronder de kwartierstaat van
de naaste voorouders van Lieuwe Hettes en Frouck Roorda, deze gegevens
zijn redelijk betrouwbaar.
Lieuwe Hettes had dus twee grootmoeders met de naam Albada, niet verwonderlijk
dat hij die naam heeft overgenomen. Volgens De Haan Hettema zou Eelck afstammen
van de Albada's uit Goënga, maar dit is niet zeker.
Frouck van Roorda is een dochter van Wibrant (of Wybren) Roorda (van Genum)
en zou zijn wapen horen te voeren. Hieronder links is het alliantiewapen
op de zerk vergroot weergegeven.
Het wapen van Frouck staat in de ruit, met daarop links natuurlijk de Friese
adelaar. Rechts lijkt in eerste instantie onduidelijk met in het midden
een balk, onder een roos en boven onbepaald. Het blijkt dat de
Roorda's van Genum (Ginnum in het Fries) afstammen van Kruisvaarders die voor hun
verdiensten zijn geridderd en het wapen aannamen dat hierboven rechts
is weergegeven: een Moor met daaronder een roos.
Een familielid, ene Sybe van Roorda is omgekomen in 1586 bij de slag van Boxum.
Op zijn grafsteen
in het kerkje van Genum is dit wapen enveneens te vinden. Daar is er
een duidelijke streep tussen de Moor en de roos te zien. Waarschijnlijk
heeft de beeldhouwer van de zerk in Poppenwier
deze streep nog dikker aangezet en is
het een balk geworden, met daaronder de roos en daarboven de Moor.
Hierbij dient men te beseffen dat in die tijden Nederland en Friesland cultureel
zeer geïsoleerd waren en het begrip "Moor" totaal onbekend was. Een mens met
een geheel zwarte huid en kroeshaar was echt onvoorstelbaar, ook voor de beeldhouwer
en die heeft waarschijnlijk zijn fantasie laten werken en er een frutsel van gemaakt.
De drie kwartierwapens in de hoeken van de zerk zijn hieronder vergroot
weergegeven:
Links het wapen van Lieuwe Hettes van Albada, doch aangezien hij
de naam Van Albada heeft aangenomen is het niet waarschijnlijk dat
dit het wapen van zijn vader (Heslinga) is, dat ziet er ook totaal
anders uit, maar van zijn moeders of vaders moeder. Het wapen rechtsboven
op de zerk, en hierboven de middelste afbeelding,
vertoont rechts twee rozen boven, daaronder een keper en
daaronder een zwaan. Dit is het wapen van de familie Sythiema
(of Sytzama of Sietsma), de familie van de moeder van Lieuwe Hettes.
Tot nu toe onverklaard is het wapen rechtsonder op de zerk. Links
staat natuurlijk de Friese adelaar, maar rechts? Het kan zijn dat
het een enkelvoudige Morenkop is ontleend aan het wapen van de
familie Thoe Herwey (of Herweij), en dat linksonder op de zerk misschien het
wapen van Frouck Roorda is herhaald, daarvan is onderaan nog net
te zien dat er één roos staat.
- Verantwoording
-
Alle gekleurde wapenafbeeldingen op deze webpagina zijn overgenomen,
met schriftelijke toestemming, uit het boek:
"Familiewapens in Noord-Nederland",
P. Bultsma, A.B. Dull en G.A. Brongers: uitgeverij Roorda, Uithuizermeeden, 2000.
Het kopieëren van deze afbeeldingen vanaf deze site is niet toegestaan
en is strafbaar.
Het Albadaleen looft een beloning uit van € 1000 aan degene
die het ontbrekende stuk van de grafzerk terugbezorgt.
|