Lieve Vrouwe- of Albadaleen
Anno 1543
Beschikbaarheid
 
Per 1 september 2022 zullen alle beurzen van het Albadaleen weer worden ingenomen. Welke personen de beurs krijgen wordt beslist op de begevingsvergadering op 12 oktober 2022 in Poppenwier. Er zijn nu dus geen beurzen beschikbaar . Naar verwachting zullen in de herfst van het jaar 2026 of 2027 nieuwe beurzen worden toegekend. Wanneer beurzen beschikbaar komen worden als eerste de collatoren daarvan schriftelijk in kennis gesteld. Vervolgens wordt dit aangekondigd in één of meerdere advertenties in streekbladen in Friesland en verder op deze plaats op deze website.
 
Doelgroep
 
Het geld beschikbaar voor studiebeurzen wordt in meerderheid verleend aan nazaten van Lieuwe Hettes van Albada. Verder aan studenten uit de omgeving van Poppenwier. Hieronder wordt verstaan: personen die zijn geboren, getogen of woonachtig zijn op een afstand (hemelsbreed) van minder dan 25 km van het dorp Poppenwier, dat is ongeveer 70% van Friesland.

In aanmerking komen personen die:
- Een universitaire of HBO studie volgen of gaan volgen.
- Bij de aanvang van de studiebeurs een leeftijd hebben tussen de 15 en 26 jaar.
- Waarvan ouders of verzorgers weinig bemiddeld zijn.

De studie dient te worden gevolgd in een land dat volwaardig lid is van de Europese Unie.
Beurzen dienen te worden aangevraagd met het standaard aanvraagformulier waarbij voor de invulling gebruik kan worden gemaakt van een document met nadere en actuele informatie.
 
Sinds de aanvraagronde voor beurzen ingaande het jaar 2022 heeft het bestuur besloten om een absoluut maximum in te stellen voor het gezamenlijk ouderlijk (één ouder, gehuwd, gescheiden, samenwonend, of welke samenlevingsvorm dan ook) (verzamel)inkomen waarboven studenten niet meer in aanmerking komen voor een beurs. Dit maximum is een bedrag van twee maal het bruto modaal inkomen in NL van het jaar voorafgaande aan de uitgifte van de beurs. Voor 2022 zou dat dus (in retrospectief) € 73.000 zijn geweest.

Hoogte van de beurs
 
De beurs bedraagt deze en komende jaren € 1800 per jaar. Dit bedrag wordt in vier termijnen uitbetaald onder inhouding van een studentenkorting van 10%. Deze korting wordt alsnog uitgekeerd bij het behalen van het diploma mits dit is geschied voor het bereiken van de leeftijd van 30 jaar. De beurs is een volledige gift. De ontvanger dient geregeld het bestuur te informeren over de studievorderingen. Bij onvoldoende resultaten kan de beurs worden gestopt.
 
Procedure
 
Het bestuur bepaalt het aantal beurzen en de hoogte daarvan afhankelijk van de te verwachten inkomsten van de stichting. Van de aangemelde kandidaten selecteert het bestuur er, zo mogelijk, drie voor elke beurs. Daarna kiezen de collatoren degene die de beurs gaat krijgen tijdens de zogenaamde begevingsvergadering te houden in of in de omgeving van Poppenwier. Collatoren die de vergadering niet bijwonen kunnen hun stem schriftelijk uitbrengen.
Deze procedure is historisch zo ontstaan en is nogal omslachtig tijdrovend en duur. Derhalve wordt er naar gestreefd om telkenmale een aantal beurzen tegelijkertijd uit te geven.
 
De begeving van 1920

Voor de gemiddelde mensch is vroeger ongeveer 100 jaar geleden, heel vroeger ongeveer 150 jaar geleden. Hier een beschrijving van de begeving van vroeger, uit 1920, mogelijk omdat alle bij naam genoemde personen inmiddels reeds een redelijk aantal jaren zijn overleden. Het Albadaleen is pas in 1990 een stichting geworden, daarvoor viel het onder verantwoordelijkheid van lagere overheden, voornamelijk het college van gedeputeerde staten van Friesland alsmede de gemeente van vestiging van het Albadaleen, in 1920 de gemeente Rauwerderhem. De begevingsvergadering vond gewoonlijk plaats in het gemeentehuis van de gemeente en werd voorgezeten door de burgemeester, in 1920 was dat Jonkheer Julius Matthijs van Beyma thoe Kingma. Om een indruk te geven van de plaats van handeling staat hieronder, links, een foto van het gemeentehuis uit ongeveer 1925. De begevingsvergadering was in de raadszaal.

Foto van het oude voormalige gemeentehuis in Raerd (Rauwerd), zoals weergegeven in een bericht in de Leeuwarder Courant van 11 oktober 1937. Deze foto is een kopie van een anzichtkaart uit circa 1925 (bezit Tresoar) en zal aardig de situatie weergeven van de toestand van de begeving van 1920. In bovenstaande gebouw zijn gevestigd: de dorpskroeg, met ingang rechts en alles wat daarboven en rechts zit. Het gemeentehuis heeft de ingang bij de deur links en beslaat het kleinste deel van dit gebouw. Rechts van de deur was de raadszaal, tevens trouwzaal, tevens werkkamer van de burgemeester, alwaar de begevingsvergadering heeft plaatsgevonden. Het krantenartikel horend bij deze foto is uiterst negatief; dit gemeentehuis werd beschouwd als het slechtste van heel Friesland.

Foto van het nieuwe voormalige gemeentehuis in Raerd. Om dit minderwaardige imago van het huis der gemeente te verliezen is midden jaren 30 besloten om een nieuw gemeentehuis te laten bouwen. Het oude gebouw werd in 1938 gesloopt en voor fl. 24.750 is naar een ontwerp van architect Pieter de Vries, in 1939 het nieuwe gemeentehuis gebouwd met als onderscheidend detail: het balkon boven de ingang. Het is opgeleverd in 1940 maar nooit officieel in gebruik genomen door de oorlog. Door herhaaldelijke gemeentelijk herindelingen is de gemeente Rauwerderhem opgeheven en heeft het gebouw geen functie als gemeentehuis meer.


Ten tijde van deze begeving werd het functioneren, alsmede de procedure voor het uitgeven van de studiebeurzen (ook wel jaargeld of pensie genoemd) geregeld in het zogenaamde reglement van het Albadaleen. Statuten waren er toen niet. Het geld voor de studiebeurs kwam van het verpachten van het Leensland aan de pachter en het daaruit voorkomende geld ging in principe naar één beneficiant (ook wel prebendaris genoemd), een nazaat van Lieuwe Hettes. In die tijd was dat een behoorlijk bedrag waar een student ruim van kon studeren en leven.
Wanneer een beurs vrijkwam en nazaten of collatoren een kandidaat op het oog hadden om voor de beurs in aanmerking te komen traden vaak vader of naast familielid op als procuratiehouder of comparant, d.w.z. dat zij bij de hen bekende collatoren langs gingen om te vragen hun stem te geven voor een beurs van hun kandidaat. Deze stem moest dan volgens het reglement worden gelegaliseerd, wat wil zeggen, er moest op het biljet of brief die de kandidaat steunde, een stempel en handtekening van een notaris op staan, die de procuratiehouder moest verkrijgen door met het biljet en het ID van de stemmer naar de notaris te gaan, zo als ook nu nog het geval is om iets te laten legaliseren. Vrouwlijke stemgerechtigde collatoren moesten daarbij "gesterkt" worden door een man om hun stem te laten gelden. Meestal was dit hun echtgenoot, maar soms ook vader of oom. Hierbij kan opgemerkt worden dat vrouwen in Nederland pas in 1956 het recht kregen om zelfstandig rechtshandelingen uit te oefenen, daarvoor gold nog altijd de noodzaak tot sterking door een man.
Van de begevingsvergadering in 1920 is proces verbaal opgemaakt door de griffier van de gemeente welke kan worden ingezien door hier te klikken. Voor de toen beschikbaar gekomen studiebeurs waren twee kandidaten:
Ten eerste Leo Bernard de Vries, zoon van comparant Jan Annes de Vries en zijn echtgenote en collator Elisabeth Wilhelmina Albada Jelgersma, en ten tweede:
Johan Jacobus Hendrik Nieubuur, zoon van comparant en collator Jan Nieubuur en zijn echtgenote Maria Magdalena Hübner.
Jan Anne de Vries was dakpannen fabrikant te Bolward en ingetrouwd bij de familie Albada Jelgerma, afstammend van Lieuwe Hettes van Albada. In die tijd werden mannen vaak aangesproken of aangeduid met hun bijnaam, in dit geval stond Jan Annes de Vries gewoonlijk bekend als "Jan Pan". Maar die had zijn zaakjes goed voor elkaar, zoals u in het proces verbaal kunt lezen brengt hij 70 geldige stemmen uit op zijn kandidaat, zijn zoon Leo Bernard. Dhr. Jan Nieubuur had ook veel stemmen, maar was niet in het bezit van een kopie van het leensreglement. De meeste (71) van zijn 75 stemmen werden om diverse redenen afgekeurd omdat ze niet voldeden aan de voorwaarden genoemd in het reglement. Uiteindelijk werden er slechts vier stemmen goedgekeurd voor zijn zoon, kandidaat J.J.H. Nieubuur.
Deze gang van zaken leidde tot de nodige consternatie, ruzie en verhitte discussie. Hetgeen reeds was voorzien door twee leden van het 3 koppige bestuur: de heren Van Dam en Peters, die zich daarom reeds voor de vergadering hadden gedrukt. Er was dus naast de burgemeester en zijn assistenten van de gemeente slechts één bestuurslid van het Albadaleen aanwezig: Dhr. Hobbe Baerdt van Slooten. Ten slotte volgt de recapitulatie van de vergadering. Aan de kandidaat Leo Bernard de Vries worden 70 geldige stemmen toegekend en aan de kandidaat Johan Jacobus Hendrik Nieubuur 4 geldige stemmen, zodat daarmee de studiebeurs werd toegekend aan Leo Bernard de Vries.

Voor zo ver het officiële proces van toekenning van de beurs. Deze gang van zaken kon niet zonder gevolgen blijven. Zo meldde bestuurslid Van Slooten aan de leensontvanger (nu administrateur), dhr. Van Balen dat er ernstige beroering was geweest tijdens de begevingsvergadering en dat hij eens bij de burgermeester moest informeren. Die was inderdaad behoorlijk ontstemd over de gang van zaken en het feit dat het Albadaleen zowel zijn reglement niet op orde had en dat het bestuur niet voltallig aanwezig was tijdens de begeving. Er was ter gemeente een lijvig dossier met alle protesten die waren ingediend en de burgemeester zou deze zaak bespreken met de commissaris van de Koningin, opdat een nieuw reglement opgesteld kon worden. Waarschijnlijk is dat gebeurd aangezien de volgende begeving in 1926 in harmonie verliep.
Aangezien deze beroering is 4 maanden gewacht met het uitbetalen van de studiebeurs. Pas na toestemming van de burgemeester is de administrateur toen begonnen de beurs over te maken naar Leo Bernard de Vries. Leo bezocht eerst de R.K. Bijzondere ULO school te Bolsward en vervolgens het St. Dominicus college te Nijmegen. Volgens de schoolverklaring van 27 mei 1923, een recapitulatie over het eerste jaar, waren de studievorderingen van Leo ondanks een meer dan gewone ijver slechts middelmatig. Na de kerstvakantie van 1924 keert Leo niet weer terug naar Nijmegen, maar schrijft zich in voor de handelscursus "De Hanze" te Bolsward. Van het afbreken van de schoolopleiding maakt Jan Pan formeel melding aan het bestuur op 27 mei 1925. Dientengevolge stelt bestuurslid Van Dam bestuurslid Van Slooten op de hoogte van dit "droevige einde van onzen beneficiant". Samenvattend: een heleboel werk, beroering en ruzie om deze beurs voor een niet al te intelligente jongeman, doch wel nazaat van Lieuwe Hettes.

Tijdens deze begeving zijn vele personen opgetreden als collator zoals de lezer in het proces verbaal van begeving kan zien. Nazaten van een tijdens deze begeving erkende collator, of zijn of haar stem nu wel of niet geldig was, kunnen heden ten dage collator worden van het Lieve Vrouwe- of Albadaleen. Men dient dan de afstamming van die opgetreden collator naar genoegen van het huidige bestuur aan te tonen. Nadere informatie bij het correspondentieadres.